Dit voorjaar kwam ik op verschillende manieren in aanraking met communiceren over ICT-architectuur. Een interview met een operaregisseur leidde tot nieuwe inzichten.
Als je bedenkt dat een steeds groter deel van de bedrijfsvoering van organisaties leunt op ICT, dan wordt het van belang dat niet alleen de ICT-afdeling de architectuur begrijpt. Het wordt dan steeds belangrijker dat breder in de organisatie wordt begrepen waarom de informatievoorziening is opgebouwd zoals ze is opgebouwd.
ICT-architectuur in beeld
Bij een van mijn opdrachtgevers speelde die behoefte hun ICT-architectuurvisie breder kenbaar te maken in de organisatie. Ze vroegen mij hun visie te vervatten in beeld. Het werd een film van ongeveer 10 minuten met een zeer hoge informatiedichtheid.
Informatie of situatie?

Kort na de presentatie van deze film hoorde ik een radio-interview met Lotte de Beer, operaregisseur bij De Nationale Opera. Zij vertelde over de opera “The New Prince”, waarvan het libretto is geschreven door de journalist David Ignatius. Hij stopte zoveel informatie in een eerste versie van het libretto dat de opera veel te lang zou gaan duren. Lotte haalde het knelpunt feilloos naar boven en zei tegen de schrijver: “David, we hebben geen informatie nodig, maar situatie!“.
Ik realiseerde me dat ik in dezelfde valkuil was getrapt als deze journalist.
Over informatie en situatie
Informatie heeft te maken met kennis en begrip; situatie met plaats, tijd en toestand. In het gesprek tussen de regisseur en de journalist komt dit verschil naar boven vanuit hun achtergrond. Een journalist heeft als doel informatie over te dragen, met andere woorden: iets uitleggen. Een regisseur creëert situaties, waarin het publiek iets kan ervaren.
Een journalist zal proberen een duiding te geven aan zijn producten. Een regisseur zet het publiek aan om zelf tot een duiding te komen.
Nog een voorbeeld

Levende IT-architectuur door Daniël Jumelet
In de week na het interview bezocht ik de presentatie van het boek “Levende IT-architectuur” van Daniël Jumelet. Daniël onderstreepte het uitbrengen van zijn boek en het belang van architectuur met een korte film. Het was een film die eigenlijk alleen maar bestond uit situatie.
Dat sloot goed aan op het verhaal van Lotte de Beer. De film van Daniël was een aaneenschakeling van situaties. Er werd zelfs nauwelijks gesproken, zó spraken de situaties voor zich.
Na het zien van de film van Daniël is er dan ook geen twijfel meer mogelijk: nadenken over structuur en IT-architectuur is belangrijk.
Wat betekent werken volgens een ICT-architectuur nu voor mij en mijn organisatie?
Waar mijn film teveel wilde uitleggen wat de architectuur voor de organisatie betekende, gaf de film van Daniël daar juist helemaal geen antwoord op. Mijn verwachting is dan ook dat het vertonen van zijn film aan mensen buiten de ICT-afdeling meer ruimte geeft aan de ICT-architect. We zijn er na het kijken immers van overtuigd geraakt dat ICT-architectuur belangrijk is. Echter, het zal die mensen zelf niet aanzetten tot een andere manier van denken in termen van structuur en architectuur.
Dat laatste – mensen meenemen in de denkwijze van architectuur – is in mijn beleving cruciaal, als je als organisatie succesvol “onder architectuur” wilt werken. Allebei de voorbeelden hierboven zijn volgens mij niet optimaal in het bereiken van dat doel.
Hoe dan wel?
Misschien kan opera nog een keer uitkomst bieden. Een opera is dus volgens Lotte de Beer een aaneenschakeling van situaties. Dat is niet alleen om met die situaties zelf het publiek te boeien. Meestal komen de situaties samen in een moraal die het publiek nog tot enige tijd na de voorstelling tot denken aanzet. De situaties zijn er dus om de moraal onder de aandacht te brengen. Dat is bij opera niet anders dan bij andere theatervormen als toneel of cabaret. De aanzet tot het denken wordt over het algemeen al gegeven in of aan het einde van de voorstelling. Het verder nadenken blijft tot enige tijd erna.
Het effect van sprookjes
Hetzelfde principe zie je ook terug in sprookjes: de situaties zijn vermakelijk en blijven je bij. Daardoor onthoud je ook de onderliggende moraal die de situaties met elkaar verbindt.
Uit sprookjes leren mensen bijvoorbeeld dat je goed moet luisteren naar je ouders, dat je niet iedereen kunt vertrouwen (Roodkapje), dat je niet moet liegen (Repelsteeltje, Pinokkio), of dat je samen sterker bent dan alleen (de Bremer Stadsmuzikanten).
Weet de lezer dan na het lezen van één sprookje precies hoe een goed mens moet handelen? Nee, in elk sprookje komen maar een of enkele leefregels aan de orde. Wil je een beetje beeld krijgen van hoe te handelen in verschillende situaties, dan moet je toch al gauw de hele sprookjesbundel lezen.
“ICT-architectuur is de moraal van de geautomatiseerde bedrijfsvoering”
Ontwerpprincipes als moraal
Sprookjes hebben een moraal. Ze gaan nooit over het belang van sprookjes zelf, of over het effect van sprookjes lezen. Voor de ontwerpprincipes van de ICT-architectuur geldt hetzelfde: ze zijn de moraal van de geautomatiseerde bedrijfsvoering. In die analogie is het voor het denken over architectuur in een organisatie beter om niet te communiceren over het belang van architectuur of de stappen die moeten worden genomen, maar over de leefregels: de ontwerpprincipes.
De moraal van dit verhaal
Om een organisatie succesvol mee te nemen in het werken onder architectuur is het mijns inziens van belang om de architectuur te delen op het niveau van de ontwerpprincipes. Deze vervatten in korte (verfilmde) sprookjes of verhalen kan helpen de denkwijze van architecten te laten begrijpen. Omdat de organisatie hiervoor een leertraject doormaakt zal dit niet tot snel resultaat leiden, maar wel duurzaam zijn, zeker wanneer de verhalen op verschillende plaatsen terugkomen en onderdeel worden van het collectief geheugen van de organisatie.
Kortom: Informatiemanagers en ICT-architecten, schrijf een sprookjesbundel!
Wilt u van gedachten wisselen over het communiceren over architectuur in uw organisatie, neem dan contact met mij op of laat hieronder een reactie achter.